Het woord Qigong is vrij modern. De originele naam voor wat we nu Qigong noemen is Yang Sheng, wat betekent 'het voeden van (het) leven'. Een andere term die gebruikt werd is Tu Na, 'het verdrijven van het oude, het naar binnen halen van het nieuwe'. De meest gebruikte term is Dao Yin, wat je kunt vertalen als 'leiden en trekken' of 'expanderen en samentrekken'. Het grootste gedeelte van de oudere, klassieke werken over Qigong is te vinden in de Dao Zang, uit ca 1200, dat deel uitmaakt van de klassieke Taoïstische literatuur. In onderstaande tijdlijn staat een aantal belangrijke momenten uit de geschiedenis van de Qigong opgesomd.
500 BC. Uit deze tijd stamt een inscriptie op een stuk jade over het laten circuleren van de qi (xing qi). De tekst eindigt met de woorden:
Het hemelse wordt geopenbaard door het stijgen van de qi (chi)
Het aardse wordt geopenbaard door het dalen ervan
Als je dit volgt, zul je leven
Als je hier weerstand tegen biedt zul je sterven
350 BC. De filosoof ZOU YAN ontwikkelt de theorie over de vijf veranderingsfasen of de vijf elementen (Wu Xing). In deze periode leefden ook Lao Zi en Zhuang Zi, de eerste grote denkers uit het Taoïsme. In deze periode werd ook een begin gemaakt met de Nei Jing, het klassieke werk over Traditionele Chinese Geneeskunde.
300 BC. Uit die tijd stamt de volgende tekst:
Als de vier ledematen de juiste houding hebben
En bloed en qi (chi) zijn kalm,
Bundel dan jouw intentie (yi) en concentreer je geest.
Als je dat doet, zullen je ogen en je oren niet worden afgeleid
En dat wat veraf lijkt (Tao) zal dichtbij blijken
(Uit Guan Zi, waarin een gedeelte over Nei Ye, innerlijk werk, een voorloper van Qigong. Guan Zi is een klassiek Taoïstisch werk)
240 BC. In een Chinees geschiedkundig werk, de Lu Shi Qun Qia (de annalen van lente en herfst) staat het verhaal van een grote overstroming (een zondvloed). Men realiseerde zich dat stilstaand water een bron van ziekte kan zijn. Op dezelfde manier kan een gestagneerde adem en gestagneerd bloed in een lichaam ziekte tot gevolg hebben. Het belang van lichaamsbeweging werd ingezien en gestimuleerd.
168 BC. In 1973 werd een uit deze tijd stammende zijden kaart opgegraven, waarop 44 personen staan afgebeeld, die daoyin oefeningen doen of houdingen aannemen. Naast de houdingen staan op een aantal plaatsen beschrijvingen van het therapeutische effect van de oefeningen. Huidige beoefenaren van Qigong zullen meerdere van de houdingen herkennen.
190 – 265. Het spel van de vijf dieren (wuqinxi) werd ontwikkeld door Hua Tuo. Dit is het eerst bekende systeem uit de geschiedenis dat tot op de dag van vandaag wordt beoefend. Overigens bestaan er uit deze periode geen gedetailleerde beschrijvingen van het spel. De oudst bekende exacte beschrijving stamt uit 1506 in een boek, getiteld: Yang Sheng Dao Yin Fa.
320. Ge Hong screef: Bao Pu Zi, de meester die het eenvoudige omarmt. Dit is een belangrijke bron van alchemie, geneeskunde en technieken voor het verlengen van het leven. Het bevat diverse daoyin oefeningen, die gebaseerd zijn op het z.g. kraanvogel- en schildpadsysteem.
456 – 536. Tao Hongjing, een Taoïstische alchemist schreef Yang Sheng Yan Ming Lu (een exposé over lang leven en het voeden van leven). In dit werk staan o.a. een hoofdstuk over dieet, over Dao Yin en zelfmassage en over seksuele yoga. Verder is dit het eerste werk waarin melding wordt gemaakt van de zes helende geluiden, de Liu Qi Fa.
Wat is Qigong?
Er zijn honderden, zo niet duizenden, qigong systemen en vormen. Enkele bekende voorbeelden zijn de Ba Duan Jin (De Acht Brokaten), Wu Qin Xi (Het Vijf Dieren Spel), Shibashi en Yi Jin Jing (pezen transformerende oefeningen).
Belangrijker dan welke oefenserie men precies doet, zijn de principes die men volgt terwijl men er mee bezig is (zie Achtergrondinformatie> Tai Chi Qigong>Algemene Richtlijnen). Het is het navolgen van deze principes, waarin de heilzame effecten besloten liggen, b.v. ontspanning, houding, zinken, openen van de gewrichten/meridianen/energie-centra, adem en aandacht in harmonie brengen met de beweging etc.
Voordat de oefenserie gestart wordt, probeert men eerst tot verstilling en concentratie te komen in een staande houding. Deze beginhouding noemt men ook wel de Wuji houding. Wuji verwijst naar een open en lege toestand van de geest en een natuurlijke houding. In de Chinese kosmologie is Wuji de toestand voordat de ‘dingen’ ontstonden, voordat Yin en Yang onderscheidbaar werden. Zo komt men terug bij de bron, voor het denken en doen. De Energie die dan manifest is, noemt men in het Chinees de Yuan Qi of ‘oorspronkelijke energie’.
De Chinezen uit het oude China, die in de natuur de wisselwerking tussen vuur, water en damp hadden geobserveerd, ontdekten dat er in het lichaam een vergelijkbaar fenomeen waarneembaar was. Ook in ons lichaam was een beweging waarneembaar van ‘iets’ dat dezelfde subtiliteit had als damp. Men gebruikte daarom hetzelfde schriftteken om deze Qi (Chi) te omschrijven. Tevens ontdekte men dat de conditie (verdeling, stroming, enz.) van deze levensenergie van wezenlijk belang was voor het functioneren van lichaam en geest. Zowel fysieke processen als spijsvertering, bewegen, ademhalen, als geestelijke processen zoals denken, concentreren, enz. bleken beïnvloed te worden door de conditie van de Qi (Chi) c.q. de conditie van het Energie-stelsel. Ook ontdekte men dat dit opgebouwd was uit een stelsel van Meridianen (zie Achtergrondinformatie>Tai Chi Tao Qigong>Chinese filosofie>Meridianen) die verschillende organen en energie-centra met elkaar in verbinding brengen in de vorm van een netwerk. Hetzelfde energie-stelsel, dat de levensenergie over ons lichaam verdeelt, is ook de basis van de Acupunctuur, Chinese massage (Tuina), de Japanse drukpunt massage (Shiatsu), e.a. Na veel introspectief onderzoek en experimenteren ontdekte men langzamerhand ook dat, en hoe, de conditie van het energie-stelsel positief beïnvloed kon worden door meditatieve houdingen en bewegingen, ademhalingsoefeningen, klanken, concentratie oefeningen, visualisaties, enz. Kortom: de Qigong kwam tot ontwikkeling.
Eigenlijk heeft men dus ontdekt dat wat er in de natuur gebeurt, zich ook in ons voltrekt en dat we daar ook regulerend in kunnen optreden, zij het dat dit reguleren eigenlijk gewoon betekent dat we weer terug gaan naar een dieper contact met de natuur en de krachten die daar in besloten liggen. Een gevleugelde uitspraak uit de qigong is dan ook: ‘het ware reguleren is het reguleren zonder te reguleren’.
Het zijn niet alleen de innerlijke ervaringen geweest die tot de vorming van qigong hebben geleid. Ook heeft men zich vaak door de bewegingen van dieren laten inspireren bij het ontwikkelen van heilzame oefeningen. Maar ook onze eigen natuurlijke ‘bewegingen’ vormen een model. Denk bijvoorbeeld aan gapen, uitrekken, huilen, lachen, zuchten, enz.
500 BC. Uit deze tijd stamt een inscriptie op een stuk jade over het laten circuleren van de qi (xing qi). De tekst eindigt met de woorden:
Het hemelse wordt geopenbaard door het stijgen van de qi (chi)
Het aardse wordt geopenbaard door het dalen ervan
Als je dit volgt, zul je leven
Als je hier weerstand tegen biedt zul je sterven
350 BC. De filosoof ZOU YAN ontwikkelt de theorie over de vijf veranderingsfasen of de vijf elementen (Wu Xing). In deze periode leefden ook Lao Zi en Zhuang Zi, de eerste grote denkers uit het Taoïsme. In deze periode werd ook een begin gemaakt met de Nei Jing, het klassieke werk over Traditionele Chinese Geneeskunde.
300 BC. Uit die tijd stamt de volgende tekst:
Als de vier ledematen de juiste houding hebben
En bloed en qi (chi) zijn kalm,
Bundel dan jouw intentie (yi) en concentreer je geest.
Als je dat doet, zullen je ogen en je oren niet worden afgeleid
En dat wat veraf lijkt (Tao) zal dichtbij blijken
(Uit Guan Zi, waarin een gedeelte over Nei Ye, innerlijk werk, een voorloper van Qigong. Guan Zi is een klassiek Taoïstisch werk)
240 BC. In een Chinees geschiedkundig werk, de Lu Shi Qun Qia (de annalen van lente en herfst) staat het verhaal van een grote overstroming (een zondvloed). Men realiseerde zich dat stilstaand water een bron van ziekte kan zijn. Op dezelfde manier kan een gestagneerde adem en gestagneerd bloed in een lichaam ziekte tot gevolg hebben. Het belang van lichaamsbeweging werd ingezien en gestimuleerd.
168 BC. In 1973 werd een uit deze tijd stammende zijden kaart opgegraven, waarop 44 personen staan afgebeeld, die daoyin oefeningen doen of houdingen aannemen. Naast de houdingen staan op een aantal plaatsen beschrijvingen van het therapeutische effect van de oefeningen. Huidige beoefenaren van Qigong zullen meerdere van de houdingen herkennen.
190 – 265. Het spel van de vijf dieren (wuqinxi) werd ontwikkeld door Hua Tuo. Dit is het eerst bekende systeem uit de geschiedenis dat tot op de dag van vandaag wordt beoefend. Overigens bestaan er uit deze periode geen gedetailleerde beschrijvingen van het spel. De oudst bekende exacte beschrijving stamt uit 1506 in een boek, getiteld: Yang Sheng Dao Yin Fa.
320. Ge Hong screef: Bao Pu Zi, de meester die het eenvoudige omarmt. Dit is een belangrijke bron van alchemie, geneeskunde en technieken voor het verlengen van het leven. Het bevat diverse daoyin oefeningen, die gebaseerd zijn op het z.g. kraanvogel- en schildpadsysteem.
456 – 536. Tao Hongjing, een Taoïstische alchemist schreef Yang Sheng Yan Ming Lu (een exposé over lang leven en het voeden van leven). In dit werk staan o.a. een hoofdstuk over dieet, over Dao Yin en zelfmassage en over seksuele yoga. Verder is dit het eerste werk waarin melding wordt gemaakt van de zes helende geluiden, de Liu Qi Fa.
Wat is Qigong?
Er zijn honderden, zo niet duizenden, qigong systemen en vormen. Enkele bekende voorbeelden zijn de Ba Duan Jin (De Acht Brokaten), Wu Qin Xi (Het Vijf Dieren Spel), Shibashi en Yi Jin Jing (pezen transformerende oefeningen).
Belangrijker dan welke oefenserie men precies doet, zijn de principes die men volgt terwijl men er mee bezig is (zie Achtergrondinformatie> Tai Chi Qigong>Algemene Richtlijnen). Het is het navolgen van deze principes, waarin de heilzame effecten besloten liggen, b.v. ontspanning, houding, zinken, openen van de gewrichten/meridianen/energie-centra, adem en aandacht in harmonie brengen met de beweging etc.
Voordat de oefenserie gestart wordt, probeert men eerst tot verstilling en concentratie te komen in een staande houding. Deze beginhouding noemt men ook wel de Wuji houding. Wuji verwijst naar een open en lege toestand van de geest en een natuurlijke houding. In de Chinese kosmologie is Wuji de toestand voordat de ‘dingen’ ontstonden, voordat Yin en Yang onderscheidbaar werden. Zo komt men terug bij de bron, voor het denken en doen. De Energie die dan manifest is, noemt men in het Chinees de Yuan Qi of ‘oorspronkelijke energie’.
De Chinezen uit het oude China, die in de natuur de wisselwerking tussen vuur, water en damp hadden geobserveerd, ontdekten dat er in het lichaam een vergelijkbaar fenomeen waarneembaar was. Ook in ons lichaam was een beweging waarneembaar van ‘iets’ dat dezelfde subtiliteit had als damp. Men gebruikte daarom hetzelfde schriftteken om deze Qi (Chi) te omschrijven. Tevens ontdekte men dat de conditie (verdeling, stroming, enz.) van deze levensenergie van wezenlijk belang was voor het functioneren van lichaam en geest. Zowel fysieke processen als spijsvertering, bewegen, ademhalen, als geestelijke processen zoals denken, concentreren, enz. bleken beïnvloed te worden door de conditie van de Qi (Chi) c.q. de conditie van het Energie-stelsel. Ook ontdekte men dat dit opgebouwd was uit een stelsel van Meridianen (zie Achtergrondinformatie>Tai Chi Tao Qigong>Chinese filosofie>Meridianen) die verschillende organen en energie-centra met elkaar in verbinding brengen in de vorm van een netwerk. Hetzelfde energie-stelsel, dat de levensenergie over ons lichaam verdeelt, is ook de basis van de Acupunctuur, Chinese massage (Tuina), de Japanse drukpunt massage (Shiatsu), e.a. Na veel introspectief onderzoek en experimenteren ontdekte men langzamerhand ook dat, en hoe, de conditie van het energie-stelsel positief beïnvloed kon worden door meditatieve houdingen en bewegingen, ademhalingsoefeningen, klanken, concentratie oefeningen, visualisaties, enz. Kortom: de Qigong kwam tot ontwikkeling.
Eigenlijk heeft men dus ontdekt dat wat er in de natuur gebeurt, zich ook in ons voltrekt en dat we daar ook regulerend in kunnen optreden, zij het dat dit reguleren eigenlijk gewoon betekent dat we weer terug gaan naar een dieper contact met de natuur en de krachten die daar in besloten liggen. Een gevleugelde uitspraak uit de qigong is dan ook: ‘het ware reguleren is het reguleren zonder te reguleren’.
Het zijn niet alleen de innerlijke ervaringen geweest die tot de vorming van qigong hebben geleid. Ook heeft men zich vaak door de bewegingen van dieren laten inspireren bij het ontwikkelen van heilzame oefeningen. Maar ook onze eigen natuurlijke ‘bewegingen’ vormen een model. Denk bijvoorbeeld aan gapen, uitrekken, huilen, lachen, zuchten, enz.